Overslaan en naar de inhoud gaan

Stien, bier van hier

Stien, bier van hier

Ik, Polydoor Maurice De Winter, geboren te Wetteren-Overbeke op 15/6/1897 en gehuwd met Julia De Meyer werkte als wever in de textielfabriek van wijlen Felix Beernaert. Bijna gans het gehucht van Overbeke verdiende zijn brood op dezelfde manier.

Aangetrokken door het ondernemerschap liet ik de fabriek achter mij en begon een eigen zaak als bierhandelaar. Thuis drinken bestond bijna niet, behalve ‘nen druppel’. Op café gaan was de boodschap voor jong en oud van het mannelijk geslacht. Niet alleen het bier drinken maar ook het sociaal contact op café was uitermate belangrijk. Waar anders kon je het laatste nieuws uit je streek vernemen dan op café. Waar werden politieke vriendschappen gesmeed, nieuwe vetes geboren, een’ kermislief’ opgedaan of platonische liefdes omgesmeed naar liefde voor de eeuwigheid ? Juist… op café!

De zaken draaiden goed, er werd hard gewerkt, cafés gekocht en algauw kregen we in de familie van de ‘De Winters’ nog bierhandelaren te zien.

Met paard en kar reed ik iedere dag met een volle wagen bier naar Serskamp (Cherskamp). Eerst een biefstukje eten voor vertrek – in bijna alle cafés een (verkoops)babbeltje doen, de cafébezoekers trakteren en er zelf ééntje meedrinken om vervolgens zoveel bakken te kunnen leveren. Zo ging het eraan toe, iedere dag, tot en met de Tweede Wereldoorlog. Ons 2 paarden, Jeanne en Bella hebben me dikwijls op eigen houtje thuis gebracht na een zware dag waarbij ik soms in slaap viel op de bierwagen. Ze kenden de weg naar huis, hadden honger en dorst en wilden naar huis. Thuisgekomen kwam mijn vrouw Julia, aan wie ik veel te danken heb, om de paarden uit te spannen. De paarden waren de trots van ons bedrijf, hun hoeven werden wekelijks ingewreven met olie, het gareel proper gekuist en het koperwerk aan de wagen opgeblonken. Ons huwelijk werd gezegend met 6 kinderen, 3 jongens en 3 meisjes. De 4 oudsten moesten allen meewerken op het bedrijf, de jongste 2 mochten studeren. ‘Niets mee te verdienen met dat studeren, werken is de boodschap’.

Na de oorlog werden de paarden noodgedwongen en dik tegen mijn goesting aan de kant geschoven – de ‘camion’ deed zijn intrede en mijn zonen zetten langzamerhand het bedrijf naar hun hand.

Ik, Polydoor De Winter, alias ‘Stien Bier’, heb een rijk gevuld en boeiend leven gehad. Nooit gedacht dat mijn oudste kleinzoon Paul, 9 maanden jong toen ik stierf, een bier op de markt zou brengen tot eer en glorie van mij en mijn familie.

Stien, bier van hier.

Afbeelding
Stien, bier van hier